Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 wordt als volgt gewijzigd:
1) | In artikel 1, punt 5), wordt het nieuwe lid 1 van artikel 61 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 vervangen door: “1. Bedragen op een ingediende btw-aangifte die betrekking heeft op aangiftetijdvakken tot en met het tweede tijdvak in 2021, kunnen na de indiening van die btw-aangifte uitsluitend worden gewijzigd door middel van een wijziging van diezelfde aangifte en niet door middel van aanpassingen in een latere aangifte. Bedragen op een ingediende btw-aangifte die betrekking heeft op aangiftetijdvakken vanaf het derde tijdvak in 2021, kunnen na de indiening van die btw-aangifte uitsluitend worden gewijzigd door middel van aanpassingen in een latere aangifte.”. |
2) | In artikel 2 worden de tweede en derde alinea vervangen door: “Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2021. De lidstaten staan belastingplichtigen en voor hun rekening handelende tussenpersonen evenwel toe om vanaf 1 april 2021 de gegevens in te dienen die uit hoofde van artikel 360, artikel 369quater of artikel 369sexdecies van Richtlijn 2006/112/EG worden verlangd, teneinde gebruik te mogen maken van de bijzondere regelingen.”. |